Maak eerst de balkenbrij:

1. Breng het water aan de kook. Doe het varkensvlees in de pan en laat het ongeveer een uur koken tot het vlees uit elkaar valt.

2. Laat het vlees afkoelen en haal het uit de pan. Snij het vervolgens in kleine stukjes. Zeef de bouillon en voeg alle kruiden toe met wat peper en zout. Maak al roerende van het boekweitmeel en een derde deel van kokend bouillon een egaal beslag. Breng ook en voeg al roerend het beslag toe. Laat het geheel doorkoken tot de pap stijf genoeg is. Roer regelmatig in de pap!

3. Heeft de pap gewenste dikte, giet hem vervolgens in een met koud water omgespoelde schaal. 

4. Zet de balkenbrij een nacht in de koelkast om goed af te laten koelen. Stort de brij de volgende dag op een plat bord en snijd er dikke plakken van. 

5. Was vervolgens de appels en verwijder de klokhuizen. Snij de ongeschilde appels in plakken van ongeveer een halve centimeter. Meng het kaneel in de olijfolie. Bestrijk de appelplakken aan beide kanten met het kaneelmengsel. 

6. Verhit een grill- of koekenpan en bak de appel aan beide kanten een minuut. 

7. Bak vervolgens de plakjes ontbijtspek in een droge koekenpan knapperig. Neem het spek uit de pan en leg de plakken balkenbrij in het spekvet. 

8. Bak de balkenbrij op hoog vuur in twee à drie minuten aan beide kanten knapperig. Leg de balkenbrij met het spek en de gegrilde appel op vier borden. Heerlijk met brood!